Numeri 4:42 | En de getelden van de geslachten der zonen van Merari, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, |
Numeri 4:44 | Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, drie duizend en tweehonderd. |
Numeri 4:45 | Dezen zijn de getelden van de geslachten der zonen van Merari, welke Mozes en Aaron geteld hebben, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes. |
Numeri 4:46 | Al de getelden, welke Mozes en Aaron, en de oversten van Israël geteld hebben van de Levieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen, |
Numeri 4:48 | Hun getelden waren acht duizend vijfhonderd en tachtig. |
Numeri 4:49 | Men telde hen, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes, een ieder naar zijn dienst, en naar zijn last; en zijn getelden waren, die de HEERE Mozes geboden had. |
Numeri 7:2 | Dat de oversten van Israel, de hoofden van het huis hunner vaderen, offerden; deze waren de oversten der stammen, die over de getelden stonden. |
Numeri 14:18 | De HEERE is lankmoedig en groot van weldadigheid, vergevende de ongerechtigheid en overtreding, die [denschuldige] geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen, in het derde en in het vierde [lid]. |
Numeri 14:29 | Uw dode lichamen zullen in deze woestijn vallen; en al uw getelden, naar uw gehele getal, van twintig jaren oud en daarboven, gij, die tegen Mij gemurmureerd hebt. |
Numeri 16:29 | Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden. |
Numeri 26:7 | Dit zijn de geslachten der Rubenieten; en hun getelden waren drie en veertig duizend zevenhonderd en dertig. |
Numeri 26:18 | Dat zijn de geslachten der zonen van Gad, naar hun getelden: veertig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:22 | Dat zijn de geslachten van Juda, naar hun getelden: zes en zeventig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:25 | Dat zijn de geslachten van Issaschar, naar hun getelden: vier en zestig duizend en driehonderd. |
Numeri 26:27 | Dat zijn de geslachten der Zebulonieten, naar hun getelden: zestig duizend en vijfhonderd. |
Numeri 26:34 | Dat zijn de geslachten van Manasse: en hun getelden waren twee en vijftig duizend en zevenhonderd. |
Numeri 26:37 | Dat zijn de geslachten der zonen van Efraim, naar hun getelden: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dat zijn de zonen van Jozef, naar hun geslachten. |
Numeri 26:41 | Dat zijn de zonen van Benjamin, naar hun geslachten; en hun getelden waren vijf en veertig duizend en zeshonderd. |
Numeri 26:43 | Al de geslachten der Suhamieten, naar hun getelden, waren vier en zestig duizend en vierhonderd. |
Numeri 26:47 | Dat zijn de geslachten der zonen van Aser, naar hun getelden: drie en vijftig duizend en vierhonderd. |