Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
| Job 24:22 | Ook trekt hij de machtigen door zijn kracht; staat hij op, zo is men des levens niet zeker. |
| Job 25:3 | Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op? |
| Job 27:7 | Mijn vijand zij als de goddeloze, en die zich tegen mij opmaakt, als de verkeerde. |
| Job 29:8 | De jongens zagen mij, en verstaken zich, en de stokouden rezen op [en] stonden. |
| Job 30:12 | Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen. |
| Job 30:28 | Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente. |
| Job 31:14 | (Want wat zou ik doen, als God opstond? En als Hij bezoeking deed, wat zou ik Hem antwoorden? |
| Job 41:17 | Raakt hem iemand met het zwaard, dat zal niet bestaan, spies, schicht noch pantsier. |
| Psalm 1:5 | Daarom zullen de goddelozen niet bestaan in het gericht, noch de zondaars in de vergadering der rechtvaardigen. |
| Psalm 3:2 | O HEERE! hoe zijn mijn tegenpartijders vermenigvuldigd; velen staan tegen mij op. |
| Psalm 3:8 | Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken geslagen; de tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. |
| Psalm 7:7 | Sta op, HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner benauwers, en ontwaak tot mij; Gij hebt het gericht bevolen. |
| Psalm 9:20 | Sta op, HEERE, laat de mens zich niet versterken; laat de heidenen voor Uw aangezicht geoordeeld worden. |
| Psalm 10:12 | Sta op, HEERE God! hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet. |
| Psalm 12:6 | Om de verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen, zal Ik nu opstaan, zegt de HEERE; Ik zal in behoudenis zetten, dien hij aanblaast. |
| Psalm 17:7 | Maak Uw weldadigheden wonderbaar, Gij, Die verlost degenen, die op [U] betrouwen, van degenen, die tegen Uw rechterhand opstaan! |
| Psalm 17:13 | Sta op, HEERE, kom zijn aangezicht voor, vel hem neder; bevrijd mijn ziel met Uw zwaard van den goddeloze; |
| Psalm 18:39 | Ik doorstak hen, dat zij niet weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. |
| Psalm 18:40 | Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden. |
| Psalm 18:49 | Die mij uithelpt van mijn vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man des gewelds. |
