Numeri 28:12 | En drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen var; en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, tot den enen ram; |
Numeri 28:20 | En hun spijsoffer zal zijn meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot een var, en twee tienden tot een ram zult gij bereiden. |
Numeri 28:28 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, twee tienden tot een ram; |
Numeri 29:3 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd; drie tienden tot den var, twee tienden tot den ram. |
Numeri 29:9 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot den var, twee tienden tot den enen ram; |
Numeri 29:13 | En gij zult een brandoffer ten vuuroffer offeren, ten liefelijken reuk den HEERE: dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren; zij zullen volkomen zijn; |
Numeri 29:14 | En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, tot die dertien varren toe; twee tienden tot een ram, onder die twee rammen; |
Numeri 31:36 | En de helft, [te weten] het deel dergenen, die tot dezen krijg uitgetogen waren, was in getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen. |
Numeri 31:43 | (Het halve deel nu der vergadering was, uit de schapen, driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd; |
Numeri 33:8 | En zij verreisden van Hachiroth, en gingen over, door het midden van de zee, naar de woestijn, en zij gingen drie dagreizen in de woestijn Etham, en legerden zich in Mara. |
Numeri 33:39 | Aaron nu was honderd drie en twintig jaren oud, als hij stierf op den berg Hor. |
Numeri 35:14 | Drie dezer vrijsteden zult gij geven op deze zijde van de Jordaan, en drie dezer steden zult gij geven in het land Kanaan; vrijsteden zullen het zijn. |
Deuteronomium 4:41 | Toen scheidde Mozes drie steden uit, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon; |
Deuteronomium 14:28 | Ten einde van drie jaren zult gij voortbrengen alle tienden van uw inkomen, in hetzelve jaar, en gij zult ze wegleggen in uw poorten; |
Deuteronomium 16:16 | Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde [broden], en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen: |
Deuteronomium 17:6 | Op den mond van twee getuigen, of drie getuigen, zal hij gedood worden, die sterven zal; op den mond van een enigen getuige zal hij niet gedood worden. |
Deuteronomium 19:2 | Zo zult gij u drie steden uitscheiden, in het midden van uw land, hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal, om dat erfelijk te bezitten. |
Deuteronomium 19:7 | Daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult u drie steden uitscheiden. |
Deuteronomium 19:9 | (Wanneer gij al ditzelve gebod zult waarnemen, om dat te doen, hetgeen ik u heden gebiede, den HEERE, uw God, liefhebbende, en alle dagen in Zijn wegen wandelende) zo zult gij u nog drie steden toedoen tot deze drie; |
Deuteronomium 19:15 | Een enig getuige zal tegen niemand opstaan over enige ongerechtigheid of over enige zonde, van alle zonde, die hij zou mogen zondigen; op den mond van twee getuigen, of op den mond van drie getuigen zal de zaak bestaan. |