H8354 שָׁתָה
drinken, weven

Bijbelteksten

Spreuken 5:15Drink water uit uw bak, en vloeden uit het midden van uw bornput;
Spreuken 9:5Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, [dien] Ik gemengd heb.
Spreuken 23:7Want gelijk hij bedacht heeft in zijn ziel, alzo zal hij tot u zeggen: Eet en drink! maar zijn hart is niet met u;
Spreuken 26:6Hij snijdt [zich] de voeten af, [en] drinkt geweld, die boodschappen zendt door den hand van een zot.
Spreuken 31:4Het komt den koningen niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn te drinken, en den prinsen, sterken drank te begeren;
Spreuken 31:5Opdat hij niet drinke, en het gezette vergete, en de rechtzaak van alle verdrukten verandere.
Spreuken 31:7Dat hij drinke, en zijn armoede vergete, en zijner moeite niet meer gedenke.
Prediker 2:24Is het [dan] niet goed voor den mens, dat hij ete en drinke, en dat hij zijn ziel het goede doe genieten in zijn arbeid? Ik heb ook gezien, dat zulks van de hand Gods is.
Prediker 3:13Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, [Dit] is een gave Gods.
Prediker 5:17Ziet, wat ik gezien heb, een goede zaak, die schoon is: te eten en te drinken, en te genieten het goede van al zijn arbeid, die hij bearbeid heeft onder de zon, [gedurende] het getal der dagen zijns levens, hetwelk God hem geeft; want dat is zijn deel.
Prediker 8:15Daarom prees ik de blijdschap, dewijl de mens niets beters heeft onder de zon, dan te eten, en te drinken, en blijde te zijn; want dat zal hem aankleven van zijn arbeid, de dagen zijns levens, die hem God geeft onder de zon.
Prediker 9:7Ga [dan] heen, eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder harte; want God heeft alrede een behagen aan uw werken.
Hooglied 5:1Ik ben in Mijn hof gekomen, o Mijn zuster, o bruid! Ik heb Mijn mirre geplukt met Mijn specerij; Ik heb Mijn honigraten met Mijn honig gegeten; Ik heb Mijn wijn, mitsgaders Mijn melk gedronken. Eet, vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten!
Jesaja 5:22Wee dengenen, die helden zijn om wijn te drinken, en die kloeke mannen zijn om sterken drank te mengen!
Jesaja 21:5Bereid de tafel, zie toe, gij wachter! eet, drink; maakt u op, gij vorsten, bestrijkt het schild!
Jesaja 22:13Maar ziet, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen te kelen, vlees te eten, en wijn te drinken, [en te zeggen:] Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven.
Jesaja 24:9Zij zullen geen wijn drinken met gezang; de sterke drank zal bitter zijn dengenen, die hem drinken.
Jesaja 29:8Het zal alzo zijn, gelijk wanneer een hongerige droomt, en ziet, hij eet; maar als hij ontwaakt, zo is zijn ziel ledig; of, gelijk als wanneer een dorstige droomt, en ziet, hij drinkt; maar als hij ontwaakt, ziet, zo is hij nog mat, en zijn ziel is begerig; alzo zal de menigte aller heidenen zijn, die tegen den berg Sion krijgen.
Jesaja 36:12Maar Rabsake zeide: Heeft mijn heer mij tot uw heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken? Is het niet tot de mannen, die op den muur zitten, dat zij met ulieden hun drek eten, en hun water drinken zullen?
Jesaja 36:16Hoort naar Hizkia niet; want alzo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een ieder [van] zijn wijnstok, en een ieder [van] zijn vijgeboom, en drinkt een ieder het water zijns bornputs;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel