1 Corinthiers 3:21 | Niemand dan roeme op mensen; want alles is uwe. |
1 Corinthiers 4:1 | Alzo houde ons een [ieder] mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der verborgenheden Gods. |
1 Corinthiers 4:16 | Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers. |
1 Corinthiers 7:18 | Is iemand, besneden zijnde, geroepen, die late zich geen [voorhuid] aantrekken; is iemand, in de voorhuid zijnde, geroepen, die late zich niet besnijden. |
1 Corinthiers 7:23 | Gij zijt duur gekocht, wordt geen dienstknechten der mensen. |
1 Corinthiers 10:7 | En wordt geen afgodendienaars, gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden op om te spelen. |
1 Corinthiers 10:32 | Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, en der Gemeente Gods. |
1 Corinthiers 11:1 | Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus. |
1 Corinthiers 11:33 | Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander. |
1 Corinthiers 14:13 | Daarom, die in een [vreemde] taal spreekt, die bidde, dat hij het moge uitleggen. |
1 Corinthiers 14:20 | Broeders, wordt geen kinderen in het verstand, maar zijt kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen. |
1 Corinthiers 14:26 | Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een [vreemde] taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting; |
1 Corinthiers 14:40 | Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. |
1 Corinthiers 15:58 | Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere. |
1 Corinthiers 16:13 | Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk. |
1 Corinthiers 16:14 | Dat al uw dingen in de liefde geschieden. |
2 Corinthiers 6:14 | Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? |
2 Corinthiers 10:7 | Ziet gij aan wat voor ogen is? Indien iemand bij zichzelven betrouwt, dat hij van Christus is, die denke dit wederom uit zichzelven, dat gelijkerwijs hij van Christus is, alzo ook wij van Christus zijn. |
2 Corinthiers 10:11 | Dezulke bedenke dit, dat hoedanigen wij zijn in het woord door brieven, als wij afwezig zijn, wij ook zodanigen zijn inderdaad, als wij tegenwoordig zijn. |
2 Corinthiers 10:17 | Doch wie roemt, die roeme in den Heere. |