G5737

Bijbelteksten

Galaten 4:12Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.
Efeziers 4:29Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede [rede] is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien, die dezelve horen.
Efeziers 4:32Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.
Efeziers 5:1Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen;
Efeziers 5:7Zo zijt dan hun medegenoten niet.
Efeziers 5:17Daarom zijt niet onverstandig, maar verstaat, welke de wil des Heeren zij.
Filippenzen 1:27Alleenlijk wandelt waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat gij staat in een geest, met een gemoed gezamenlijk strijdende door het geloof des Evangelies;
Filippenzen 2:12Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven;
Filippenzen 2:29Ontvangt hem dan in den Heere, met alle blijdschap, en houdt dezulken in waarde.
Filippenzen 3:17Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.
Filippenzen 4:8Voorts, broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt datzelve;
Colossenzen 3:15En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
Colossenzen 3:23En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen,
1 Thessalonicensen 5:14En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.
1 Thessalonicensen 5:17Bidt zonder ophouden.
1 Thessalonicensen 5:25Broeders, bidt voor ons.
2 Thessalonicensen 3:1Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren [zijn] loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u;
2 Thessalonicensen 3:15En houdt [hem] niet als een vijand, maar vermaant [hem] als een broeder.
1 Timotheus 4:7Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid.
1 Timotheus 4:12Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin