H702 אַרְבַּע
vier, veertien, veertig, veertiende, vierhonderd, in samenstellingen: veertien, vier(de)

Bijbelteksten

Exodus 39:10En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
Leviticus 11:20Alle kruipend gevogelte, dat op vier [voeten] gaat, zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:21Dit nochtans zult gij eten van al het kruipend gevogelte, dat op vier [voeten] gaat, hetwelk boven aan zijn voeten schenkelen heeft, om daarmede op de aarde te springen;
Leviticus 11:23En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een verfoeisel zijn.
Leviticus 11:27En al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier [voeten] gaande, die zullen u onrein zijn; al wie hun dood aas aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
Leviticus 11:42Al wat op zijn buik gaat, en al wat gaat op zijn vier [voeten], of al wat vele voeten heeft, onder alle kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, die zult gij niet eten, want zij zijn een verfoeisel.
Leviticus 23:5In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.
Numeri 1:27Waren hun getelden van den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd.
Numeri 1:29Waren hun getelden van den stam van Issaschar vier en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:31Waren hun getelden van den stam van Zebulon zeven en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:37Waren hun getelden van den stam van Benjamin vijf en dertig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:43Waren hun getelden van den stam van Nafthali drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:4Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd.
Numeri 2:6Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:8Zijn heir nu, en zijn getelden waren zeven en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:9Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken.
Numeri 2:16Al de getelden in het leger van Ruben waren honderd een en vijftig duizend vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede optrekken.
Numeri 2:23Zijn heir nu, en zijn getelden waren vijf en dertig duizend en vierhonderd.
Numeri 2:30Zijn heir nu, en zijn getelden waren drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 7:7Twee wagens en vier runderen gaf hij den zonen van Gerson, naar hun dienst;

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken