2 Kronieken 11:21 | En Rehabeam had Maacha, Absaloms dochter, liever dan al zijn vrouwen en zijn bijwijven; want hij had achttien vrouwen genomen, en zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig zonen en zestig dochteren. |
2 Kronieken 13:21 | Zo versterkte zich Abia; en hij nam zich veertien vrouwen, en gewon twee en twintig zonen en zestien dochteren. |
2 Kronieken 20:31 | Zo regeerde Josafat over Juda; hij was vijf en dertig jaren oud, als hij koning werd, en hij regeerde vijf en twintig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Azuba, een dochter van Silhi. |
2 Kronieken 25:1 | Amazia, vijf en twintig jaren oud zijnde, werd koning, en regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Joaddan, van Jeruzalem. |
2 Kronieken 25:5 | En Amazia vergaderde Juda, en stelde hen, naar de huizen der vaderen, tot oversten van duizenden en tot oversten van honderden, door gans Juda en Benjamin; en hij monsterde hen, van twintig jaren oud en daarboven, en vond hen driehonderd duizend uitgelezenen, uittrekkende ten heire, handelende spies en rondas. |
2 Kronieken 27:1 | Jotham was vijf en twintig jaren oud, toen hij koning werd, en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jerusa, een dochter van Zadok. |
2 Kronieken 27:8 | Hij was vijf en twintig jaren oud, toen hij koning werd; en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem. |
2 Kronieken 28:1 | Achaz was twintig jaren oud, toen hij koning werd, en regeerde zestien jaren te Jeruzalem; en hij deed niet dat recht was in de ogen des HEEREN, gelijk zijn vader David; |
2 Kronieken 28:6 | Want Pekah, de zoon van Remalia, sloeg in Juda honderd en twintig duizend dood op een dag, allen strijdbare mannen, omdat zij den HEERE, den God hunner vaderen, verlaten hadden. |
2 Kronieken 29:1 | Jehizkia werd koning, vijf en twintig jaren oud zijnde, en regeerde negen en twintig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Abia, een dochter van Zacharia. |
2 Kronieken 31:17 | En met die gesteld waren in het geslachtsregister der priesteren, naar het huis hunner vaderen, ook de Levieten van twintig jaren oud en daarboven, in hun wachten, naar hun verdelingen; |
2 Kronieken 33:21 | Amon was twee en twintig jaren oud, als hij koning werd, en regeerde twee jaren te Jeruzalem. |
2 Kronieken 36:2 | Drie en twintig jaren was Joahaz oud, als hij koning werd, en hij regeerde drie maanden te Jeruzalem. |
2 Kronieken 36:5 | Vijf en twintig jaren was Jojakim oud, als hij koning werd, en regeerde elf jaren te Jeruzalem; en hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, zijns Gods. |
2 Kronieken 36:11 | Een en twintig jaren was Zedekia oud, als hij koning werd, en regeerde elf jaren te Jeruzalem. |
Ezra 1:9 | En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen; |
Ezra 2:11 | De kinderen van Bebai, zeshonderd drie en twintig. |
Ezra 2:12 | De kinderen van Azgad, duizend tweehonderd twee en twintig. |
Ezra 2:17 | De kinderen van Bezai, driehonderd drie en twintig. |
Ezra 2:19 | De kinderen van Hasum, tweehonderd drie en twintig. |