G1290_διασπορά
diaspora, uitstrooien, verstrooien
Taal: Grieks

Onderwerpen

Ballingschap, Diaspora,

Statistieken

Komt 3x voor in 3 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

diaspora, zn. vr., van διασπείρω G01289; TDNT - 2:98,156;


1) een uitstrooien, verstrooien (LXX Jer. 15:7); 1a) collectief, van de Israëlieten verstrooid onder de vreemde volken (LXX Deut. 28.25, Jak. 1:1, mv. LXX Ps. 146(147).2); 1b) van de gelovigen verstrooid onder de heidenen (1 Petr. 1:1); 1c) van overigen verstrooid onder vreemde volken (Joh. 7:35)


Literatuur


Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

δια-σπορά, -ᾶς, ἡ (< διασπείρω), [in LXX of Israelites dispersed and exiled in foreign lands, as De 28:25 (זַעֲוָה H2189) 30:4 (נדח H5080 ni.), Is 49:6 (נער H5286); by meton., of the exiles themselves (as Ps 146 (147):2, II Mac 1:27) ;] a dispersion: δ. τῶν Ἑλλήνων, Jo 7:35; metaph., of Christians (DB, iii, 782 f.), Ja 1:1, I Pe 1:1 (v. Hort, in ll.).†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

διασπορ-ά, ἡ,
  (διασπείρω) scattering, dispersion, Plutarchus Biographus et Philosophus 2.1105a, LXX.Jer.15.7; δ. ψυχική Philo Judaeus 2.426. +1st c.AD+
__2 collectively, ={οἱ διεσπαρμένοι}, LXX.Deu.28.25, NT.John.7.35: pl., LXX.Psa.146(147).2. +NT

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks διασπείρω G1289 "uitrstrooien, verstrooien";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij