G444 ἄνθρωπος
menselijk wezen, homo sapiens

Bijbelteksten

1 Corinthiers 9:8Spreek ik dit naar den mens, of zegt ook de wet hetzelfde niet?
1 Corinthiers 11:28Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker.
1 Corinthiers 13:1Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.
1 Corinthiers 14:2Want die een [vreemde] taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat [het], doch met den geest spreekt hij verborgenheden.
1 Corinthiers 14:3Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting.
1 Corinthiers 15:19Indien wij alleenlijk in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn wij de ellendigste van alle mensen.
1 Corinthiers 15:21Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens.
1 Corinthiers 15:32Zo ik, naar den mens, tegen de beesten gevochten heb te Efeze, wat nuttigheid is het mij, indien de doden niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.
1 Corinthiers 15:39Alle vlees is niet hetzelfde vlees; maar een ander is het vlees der mensen, en een ander is het vlees der beesten, en een ander der vissen, en een ander der vogelen.
1 Corinthiers 15:45Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een levendmakenden Geest.
1 Corinthiers 15:47De eerste mens is uit de aarde, aards; de tweede Mens is de Heere uit den hemel.
2 Corinthiers 3:2Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen;
2 Corinthiers 4:2Maar wij hebben verworpen de bedekselen der schande, niet wandelende in arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid onszelven aangenaam makende bij alle gewetens der mensen, in de tegenwoordigheid Gods.
2 Corinthiers 4:16Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag.
2 Corinthiers 5:11Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.
2 Corinthiers 8:21Als die bezorgen, hetgeen eerlijk is, niet alleen voor den Heere, maar ook voor de mensen.
2 Corinthiers 12:2Ik ken een mens in Christus, voor veertien jaren (of het [geschied zij] in het lichaam, weet ik niet, of buiten het lichaam, weet ik niet, God weet het), dat de zodanige opgetrokken is geweest tot in den derden hemel;
2 Corinthiers 12:3En ik ken een zodanig mens (of het in het lichaam, of buiten het lichaam [geschied zij], weet ik niet, God weet het),
2 Corinthiers 12:4Dat hij opgetrokken is geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken.
Galaten 1:1Paulus, een apostel, ([geroepen] niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft),

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen