Galaten 1:10 | Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus. |
Galaten 1:11 | Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens. |
Galaten 1:12 | Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus. |
Galaten 2:6 | En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht. |
Galaten 2:16 | [Doch] wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden. |
Galaten 3:12 | Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens die deze dingen doet, zal door dezelve leven. |
Galaten 3:15 | Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond, dat bevestigd is, doet niemand te niet, of [niemand] doet daartoe. |
Galaten 5:3 | En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen. |
Galaten 6:1 | Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt. |
Galaten 6:7 | Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. |
Efeziers 2:15 | Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, [namelijk] de wet der geboden in inzettingen [bestaande]; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen mens zou scheppen, vrede makende; |
Efeziers 3:5 | Welke in andere eeuwen den kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door den Geest; |
Efeziers 3:16 | Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens; |
Efeziers 4:8 | Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven. |
Efeziers 4:14 | Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen; |
Efeziers 4:22 | [Te weten] dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding; |
Efeziers 4:24 | En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. |
Efeziers 5:31 | Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. |
Efeziers 6:7 | Dienende met goedwilligheid den Heere, en niet de mensen; |
Filippenzen 2:7 | Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; |