Filippenzen 2:8 | En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises. |
Filippenzen 4:5 | Uw bescheidenheid zij allen mensen bekend. De Heere is nabij. |
Colossenzen 1:28 | Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus; |
Colossenzen 2:8 | Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus; |
Colossenzen 2:22 | Welke dingen alle verderven door het gebruik, [ingevoerd] naar de geboden en leringen der mensen; |
Colossenzen 3:9 | Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, |
Colossenzen 3:23 | En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen, |
1 Thessalonicensen 2:4 | Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. |
1 Thessalonicensen 2:6 | Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij [u] tot last konden zijn als Christus' apostelen; |
1 Thessalonicensen 2:13 | Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet [als] der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) [als] Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft. |
1 Thessalonicensen 2:15 | Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen tegen zijn; |
1 Thessalonicensen 4:8 | Zo dan die [dit] verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven. |
2 Thessalonicensen 2:3 | Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want [die komt niet], tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; |
2 Thessalonicensen 3:2 | En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller. |
1 Timotheus 2:1 | Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen; |
1 Timotheus 2:4 | Welke wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen. |
1 Timotheus 2:5 | Want er is een God, er is ook een Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; |
1 Timotheus 4:10 | Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, [maar] allermeest der gelovigen. |
1 Timotheus 5:24 | Van sommige mensen zijn de zonden te voren openbaar, en gaan voor tot [hun] veroordeling; en in sommigen ook volgen zij na. |
1 Timotheus 6:5 | Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn, menende, dat de godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken. |