Romeinen 2:25 | Want de besnijdenis is wel nut, indien gij de wet doet; maar indien gij een overtreder der wet zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden. |
Romeinen 3:2 | Vele in alle manier; want [dit is] wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd. |
Romeinen 5:16 | En niet, gelijk [de schuld was] door den een, die gezondigd heeft, [alzo is] de gift; want de schuld is wel uit een [misdaad] tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. |
Romeinen 6:11 | Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere. |
Romeinen 7:12 | Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed. |
Romeinen 7:25 | Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. |
Romeinen 8:10 | En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil. |
Romeinen 8:17 | En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met [Hem] lijden, opdat wij ook met [Hem] verheerlijkt worden. |
Romeinen 9:21 | Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? |
Romeinen 10:1 | Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat [ik] tot God voor Israël [doe], is tot [hun] zaligheid. |
Romeinen 11:13 | Want ik spreek tot u, heidenen, voor zoveel ik der heidenen apostel ben; ik maak mijn bediening heerlijk; |
Romeinen 11:22 | Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God; de strengheid wel over degenen, die gevallen zijn, maar de goedertierenheid over u, indien gij in de goedertierenheid blijft; anderszins zult ook gij afgehouwen worden. |
Romeinen 11:28 | Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil; |
Romeinen 14:2 | De een gelooft wel, dat men alles eten mag, maar die zwak is, eet moeskruiden. |
Romeinen 14:5 | De een acht wel den [enen] dag boven den [anderen] dag; maar de ander acht al de dagen [gelijk]. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. |
Romeinen 14:20 | Verbreek het werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen zijn wel rein; maar het is kwaad den mens, die met aanstoot eet. |
Romeinen 16:19 | Want uw gehoorzaamheid is tot [kennis van] allen gekomen. Ik verblijde mij dan uwenthalve; en ik wil, dat gij wijs zijt in het goede, doch onnozel in het kwade. |
1 Corinthiers 1:12 | En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. |
1 Corinthiers 1:18 | Want het woord des kruises is wel dengenen, die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods; |
1 Corinthiers 1:23 | Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid; |