G5259 ὑπό
door, onder

Bijbelteksten

Mattheus 17:12Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij hebben gewild; alzo zal ook de Zoon des mensen van hen lijden.
Mattheus 19:12Want er zijn gesnedenen, die uit moeders lijf alzo geboren zijn; en er zijn gesnedenen, die van de mensen gesneden zijn; en er zijn gesnedenen, die zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen. Die [dit] vatten kan, vatte [het].
Mattheus 20:23En Hij zeide tot hen: Mijn drinkbeker zult gij wel drinken, en met den doop waarmede Ik gedoopt worde, zult gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter- en tot Mijn linker[hand] staat bij Mij niet te geven, maar [het zal gegeven worden] dien het bereid is van Mijn Vader.
Mattheus 22:31En wat aangaat de opstanding der doden, hebt gij niet gelezen, hetgeen van God tot ulieden gesproken is, Die daar zegt:
Mattheus 23:7Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi!
Mattheus 23:37Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugels; en gijlieden hebt niet gewild.
Mattheus 24:9Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil.
Mattheus 27:12En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.
Markus 1:5En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden.
Markus 1:9En het geschiedde in diezelfde dagen, dat Jezus kwam van Nazareth, [gelegen] in Galilea, en werd van Johannes gedoopt in de Jordaan.
Markus 1:13En Hij was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den satan; en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem.
Markus 2:3En er kwamen [sommigen] tot Hem, brengende een geraakte, die van vier gedragen werd.
Markus 4:21En Hij zeide tot hen: Komt ook de kaars, opdat zij onder de koornmaat of onder het bed gezet worde? [Is het] niet, opdat zij op den kandelaar gezet worde?
Markus 4:32En wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen nestelen.
Markus 5:4Want hij was menigmaal met boeien en ketenen gebonden geweest, en de ketenen waren van hem in stukken getrokken, en de boeien verbrijzeld, en niemand was machtig om hem te temmen.
Markus 5:26En veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare [daaraan] ten koste gelegd en geen baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was;
Markus 13:13En gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Markus 13:14Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan door den profeet Daniel gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest, die merke daarop!) alsdan, die in Judea zijn, dat zij vlieden op de bergen.
Markus 16:11En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet.
Lukas 1:26En in de zesde maand werd de engel Gabriel van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel