G5629

Bijbelteksten

Handelingen 8:40Maar Filippus werd gevonden, te Azote; en [het land] doorgaande, verkondigde hij het Evangelie [in] alle steden, totdat hij te Cesarea kwam.
Handelingen 9:16Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam.
Handelingen 9:23En als vele dagen verlopen waren, zo hielden de Joden te zamen raad, om hem te doden.
Handelingen 9:29En vrijmoediglijk sprekende in den Naam van den Heere Jezus, sprak hij ook, en handelde tegen de Griekse [Joden]; maar deze trachtten hem te doden.
Handelingen 9:32En het geschiedde, als Petrus alom doortrok, dat hij ook afkwam tot de heiligen, die te Lydda woonden.
Handelingen 9:37En het geschiedde in die dagen, dat zij krank werd en stierf; en als zij haar gewassen hadden, legden zij haar in de opperzaal.
Handelingen 9:38En alzo Lydda nabij Joppe was, de discipelen, horende, dat Petrus aldaar was, zonden twee mannen tot hem, biddende, dat hij niet zou vertoeven tot hen over te komen.
Handelingen 10:25En als het geschiedde, dat Petrus inkwam, ging hem Cornelius tegemoet, en vallende aan [zijn] voeten, aanbad hij.
Handelingen 10:41Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons [namelijk], die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.
Handelingen 10:43Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam.
Handelingen 11:12En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan.
Handelingen 11:22En het gerucht van hen kwam tot de oren der Gemeente, die te Jeruzalem was; en zij zonden Barnabas uit, dat hij [het land] doorging tot Antiochie toe.
Handelingen 12:3En toen hij zag, dat het den Joden behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en het waren de dagen der ongehevelde [broden]);
Handelingen 12:4Denwelken ook gegrepen hebbende, hij in de gevangenis zette, en gaf [hem] over aan vier [wachten], [elk] van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende na het paas[feest] hem voorbrengen voor het volk.
Handelingen 13:35Waarom hij ook in een anderen [psalm] zegt: Gij zult Uw Heilige niet [over]geven, om verderving te zien.
Handelingen 14:1En het geschiedde te Ikonium, dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken, dat een grote menigte, beiden van Joden en Grieken, geloofde.
Handelingen 14:22Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods.
Handelingen 15:6En de apostelen en de ouderlingen vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten.
Handelingen 15:10Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen?
Handelingen 15:14Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit [hen] een volk aan te nemen door Zijn Naam.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin