Handelingen 15:37 | En Barnabas ried, dat zij Johannes, die toegenaamd is Markus, zouden medenemen. |
Handelingen 15:38 | Maar Paulus achtte billijk, dat men dien niet zoude medenemen, die van Pamfylie af van hen was afgeweken, en met hen niet was gegaan tot het werk. |
Handelingen 16:3 | Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen; en hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was. |
Handelingen 16:10 | Als hij nu dit gezicht gezien had, zo zochten wij terstond naar Macedonie te reizen, besluitende [daaruit], dat ons de Heere geroepen had, om denzelven het Evangelie te verkondigen. |
Handelingen 16:18 | En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, [daarover] ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure. |
Handelingen 16:39 | En zij, komende, baden hen, en als zij hen uitgeleid hadden, begeerden zij, dat zij uit de stad gaan zouden. |
Handelingen 17:3 | [Dezelve] openende, en voor [ogen] stellende, dat de Christus moest lijden en opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus, Dien ik, [zeide hij], ulieden verkondige. |
Handelingen 17:5 | Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, [dit] benijdende, namen tot zich enige boze mannen uit de marktboeven, en maakten, dat het volk te hoop liep, en beroerden de stad; en op het huis van Jason aanvallende, zochten zij hen tot het volk te brengen. |
Handelingen 17:19 | En zij namen hem, en brachten [hem] op de [plaats, genaamd] Areopagus, zeggende: Kunnen wij [niet] weten, welke deze nieuwe leer zij, daar gij van spreekt? |
Handelingen 17:20 | Want gij brengt enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen dan weten, wat toch dit zijn wil. |
Handelingen 18:27 | En als hij wilde naar Achaje reizen, de broeders, [hem] vermaand hebbende, schreven aan de discipelen, dat zij hem ontvangen zouden; welke, daar gekomen zijnde, heeft veel toegebracht aan degenen, die geloofden door de genade. |
Handelingen 19:1 | En het geschiedde, terwijl Apollos te Korinthe was, dat Paulus, de bovenste delen [des lands] doorreisd hebbende, te Efeze kwam; en enige discipelen [aldaar] vindende, |
Handelingen 19:16 | En de mens, in welken de boze geest was, sprong op hen, en hen meester geworden zijnde, kreeg de overhand tegen hen, alzo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden. |
Handelingen 19:21 | En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonie en Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende: Nadat ik aldaar zal geweest zijn, moet ik ook Rome zien. |
Handelingen 19:27 | En wij zijn niet alleen in gevaar, dat dit deel in verachting kome, maar dat ook de tempel van de grote godin Diana als niets geacht zal worden, en dat ook haar majesteit zal ten ondergaan, aan welke gans Azie en de [gehele] wereld godsdienst bewijst. |
Handelingen 19:30 | En als Paulus tot het volk wilde ingaan, lieten het hem de discipelen niet toe. |
Handelingen 19:31 | En sommigen ook der oversten van Azie, die hem vrienden waren, zonden tot hem, en baden, dat hij zichzelven op de schouwplaats niet zou begeven. |
Handelingen 19:40 | Want wij staan in gevaar, dat wij van oproer zullen verklaagd worden om [den dag] van heden, alzo er geen oorzaak is, waardoor wij reden zullen kunnen geven van deze oploop. En dit gezegd hebbende, liet hij de vergadering gaan. |
Handelingen 20:32 | En nu, broeders, ik bevele u Gode, en den woorde Zijner genade, Die machtig is u op te bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden. |
Handelingen 21:13 | Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus. |