G1831 ἐξέρχομαι
uitgaan, uitkomen, uittrekken

Bijbelteksten

Mattheus 26:75En terstond kraaide de haan; en Petrus werd indachtig, het woord van Jezus, Die tot hem gezegd had: Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk.
Mattheus 27:32En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg.
Mattheus 27:53En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Mattheus 28:8En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, om [hetzelve] Zijn discipelen te boodschappen.
Markus 1:25En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga uit van hem.
Markus 1:26En de onreine geest, hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem.
Markus 1:28En Zijn gerucht ging terstond uit, in het gehele omliggende land van Galilea.
Markus 1:29En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes.
Markus 1:35En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, opgestaan zijnde, ging Hij uit, en ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar.
Markus 1:38En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan.
Markus 1:45Maar hij uitgegaan zijnde, begon vele dingen te verkondigen en dat woord te verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste plaatsen; en zij kwamen tot Hem van alle kanten.
Markus 2:12En terstond stond hij op, en het beddeken opgenomen hebbende, ging hij uit in aller tegenwoordigheid; zodat zij zich allen ontzetten en verheerlijkten God, zeggende: Wij hebben nooit zulks gezien!
Markus 2:13En Hij ging wederom uit naar de zee; en de gehele schare kwam tot Hem, en Hij leerde hen.
Markus 3:6En de Farizeen, uitgegaan zijnde, hebben terstond met de Herodianen te zamen raad gehouden tegen Hem, hoe zij Hem zouden doden.
Markus 3:21En als degenen, die Hem bestonden, [dit] hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; want zij zeiden: Hij is buiten Zijn zinnen.
Markus 4:3Hoort toe: Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.
Markus 5:2En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond ontmoette Hem, uit de graven, een mens met een onreinen geest;
Markus 5:8(Want Hij zeide tot hem: Gij onreine geest, ga uit van den mens!)
Markus 5:13En Jezus liet het hun terstond toe. En de onreine geesten, uitgevaren zijnde, voeren in de zwijnen; en de kudde stortte van de steilte af in de zee (daar waren er nu omtrent twee duizend), en versmoorden in de zee.
Markus 5:14En die de zwijnen weidden zijn gevlucht, en boodschapten [zulks] in de stad en op het land; en zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat er geschied was.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs